
 
 
  
 
| Notre Alberto, nommé tant pis, Il a soixante seize et demi Il est parti des moines d’Aiguebelle Pour arriver a Compostelle Si Dieu le veut, avant Noelle. | 
 
 
EERSTE BRIEVEN AAN WILLEM
	
	Nasbinals, 16 mei 1999.
	
	Beste, lieve Willem,
	
	Half negen ochtend, stralende zon, aan tafel in een gite, waar ik met enkele 
	reisgenoten geslapen heb. Zeer comfortabel. De zon schijnt al heerlijk, 
	vandaag “maar” 17 kilometer.
	Vele indrukken. Prachtig landschap. Omgeving Aubrac is zeer leeg, verlaten, 
	veel granieten stenen, keien, rotsblokken en totaal leeg.
	Tegelijkertijd is het zwoegen en afzien om afstanden van 25 / 30 kilometer 
	te overbruggen met 14 kilo op je rug. Onderweg word je voorbij gelopen door 
	mensen, die hun bagage laten vervoeren of door jonge, krachtige goden die 
	rustig 40 kilometer lopen en je bezorgd vragen of het “nog gaat”. Maar ik 
	kom er toch maar weer aan, al is het soms laat. Gisteren 26, 5 kilometer 
	gelopen; om half acht weg en om half zes aangekomen. 
	Intussen twee keer met een internationaal gezelschap samen inkopen gedaan en 
	de avondmaaltijd gebruikt (met veel wijn). Een Nederlander, die uit Zeist 
	vertrokken is; een Belg uit Knokke (ook van huis uit weggegaan); een jonge 
	knul uit de Franse Jura en een echtpaar (circa 40 jaar) uit Zwitserland, die 
	hier 1 week lopen.
	Gisteravond mijn ex T. gebeld, die vertelde dat er zo’n mooie foto van 
	Zangzaad (waarschijnlijk de dikke R.) in het Nieuwsblad stond. Jullie 
	festival zit er inmiddels op. Hopelijk veel plezier gehad. 
	Ik denk regelmatig aan je. Kan nog moeilijk gedachten en gevoelens ordenen. 
	Vind het heel leuk om jou te kunnen bellen en zo mijn eerste indrukken te 
	kunnen delen. Ik weet dat je me volgt. Dat doet me goed. 
	Je kunt enorm betrokken zijn en lief. Je bed is heerlijk, maar vooral als 
	jij er in ligt. 
	
	De eerste 5 dagen zijn nu achter de rug. Er volgen en nog 70. Dat zegt 
	helemaal niets, want elke dag is weer anders. S’ Avonds moe, s’ morgens weer 
	opgeknapt, zodat alles er weer anders uitziet. S’Nachts bedenk je dat je het 
	niet haalt, een rustdag nodig hebt, enzovoort. Wonderlijk hoe je dan toch 
	herstelt.
	Slapen gaat steeds beter hoewel ik nog vroeg wakker ben. Ik heb s’morgens 
	nog steeds last van mijn “zenuwtrekjes”, maar overdag gaat dat prima. Je 
	moet ook wel.
	
	Ik hoop niet dat je in “een gat” valt nu de voorbereidingen en festival 
	achter de rug zijn. Binnenkort Pinksterdagen!
	
	Wil je mijn brieven bewaren zodat ik als terug kom, mijn eigen indrukken 
	weer kan ordenen? Ik maak erg veel foto’s. Kost me waarschijnlijk een 
	kapitaal. Maar naast de natuur is er ook zoveel moois aan gebouwen, kerken, 
	kastelen, kapelletjes enzovoort. 
	
	Enkele keren komen midden in de natuur een aantal jongeren met “off the 
	road” motoren voorbij scheuren. Iedereen steekt dan de hand op; ze gaan op 
	de pedalen staan, hun kontjes parmantig naar achteren!! Kun je je dat 
	voorstellen: Jong, in felle kleurige kleding, onder het stof, sportief. Zo 
	wil ik ook wel naar Santiago! (Zij blijven overigens wel regionaal!)
	
	De mensen die hier wonen zijn enorm vriendelijk. Ze wensen je allemaal 
	“bonne courage”, bonne route, bonne journée. Saint Jacques en Compostelle 
	leven hier enorm. Veel toeristische informatiepanelen onderweg, de gîtes 
	zijn er op afgestemd. We hebben ook een keer in een zaaltje naast de kerk 
	geslapen omdat de gîte vol was. 
	
	Inmiddels 4 keer gekampeerd. Heeft ook zijn charme al is het minder 
	comfortabel.
	
	Ik sluit af. Ik ga nu nog even koffie drinken en afscheid nemen van mijn 
	Zwitserse gasten en daarna op stap. 
	Groeten, kus, Hans.
 
		Lees verder 
		
		als je wilt
		of
		
		
		terug naar de vorige 
		pagina