Fragment 3

STEEF

Conques, Mei 1999. Mijn eerste pelgrimstocht. Na tien dagen mijn eerste rustdag. In het klooster te Conques. Grote slaapzaal; bedden drie hoog. In het stapelbed links naast mij ligt een jonge man, rond de 25. Steef is zijn naam. We geven elkaar even een handje. Ik blijf twee nachten hier, hij gaat morgen weer verder. Midden inde nacht hoor ik ineens “Hans, hor mal auf”; ik heb de indruk dat hij pal naast me in mijn bed ligt totdat het tot me doordringt dat ik blijkbaar lag te snurken. We zien elkaar tijdens deze tocht nog een keer of drie, meestal op plekken waarvan ik dacht dat hij ze allang gepasseerd was.Bij zo’n ochtendlijke ontmoeting vraag ik hem waar hij geslapen heeft. O, in het ziekenhuis van Figeac! Ik kon geen goed pelgrimsonderkomen vinden en ben toen maar een nachtje in een ziekenhuisbed gekropen.

Juli 1999. Santiago de Compostela. Wie rent daar door de stad? Steef; weken niet meer gezien. Ik had onderweg een keer gehoord dat hij ernstig ziek was geweest. Hij had haast want moest naar het  vliegveld. Jammer dan.

Wederom Conques,  7 augustus 2000. Ik ben daar twee weken als vrijwilliger aan het helpen. Ons werk bestaat vooral uit het heel regelmatig verwisselen van de wijnflessen bij de avondmaaltijd. Als alles is afgeruimd gaan we samen nog even eten. De deur van de eetzaal gaat open; de gastenpater komt binnen met een late gast, die nog wel graag wat wil eten. Steef vliegt me om mijn nek. We zoenen van verbazing en de pater ziet direct dat we “vriendjes” zijn. Steef komt vanuit Santiago lopen, nu richting huis in Münster. Hij vertelt dat hij morgen jarig is en persé op zijn verjaardag in Conques wilde slapen. De andere ochtend bestelt de begrijpende pater direct een taart waarop de naam Steef en zijn geboortedatum gespoten worden. Ik mag hem die taart geven!

 Steef "Pilger" en Hans Vermaat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Steef gaf me bij zijn vertrek de volgende tekst:

 

DIE SIEBEN ICH.

 

In der stillsten Stunde der Nacht – ich war halb eingeschlafen – kamen meine sieben Ich zusammen und flüsteten miteinander:

Erstes Ich: “Ich hauste all die jahre hier in diesem Narren und hatte nichts zu tun, als bei Tag seinen Schmerz zu schüren und ihm bei Nacht neue Sorgen zu bereiten. Ich kann mein Los nicht länger ertragen, und jetzt lehne ich mich dagegen auf”.

Zweites Ich: “Dein Los ist besser als meines, Bruder, denn meine Aufgabe ist’s, das fröhliche Ichdieses narren zu sein. Ich lache sein lachen, ich singe seine glücklichen Stunden, und mit dreimal beflügelten Schuhen tanze ich seine Heiterkeit. Ich bin’s, der sich gegen dieses beschwerliche Los auflehnt!”

Drittes Ich: “Und was mit mir, dem von Liebe tollen Ich, der Flamme wilder Leidenschaft und phantastischer Begier? Ich liebeskrankes  Ich lehne mich gegen diesen Narren auf!”

Viertes Ich: “Ich bin unter euch allen das elendste, denn ich kann nur mit stetem Haß und Abscheu alles zerstören. Ich binn der Höllensturm aus schwarzer Finsternis und ich will diesem Narren nicht länger dienen!”

Fünftes Ich: “Ich bin es, das denkende, das phantasievolle Ich, van Hunger und Durst dazu verdammt, rastlos Unbekanntes und noch nicht Geschaffenes zu suchen. Ich habe mich zu beklagen, nicht ihr!”

Sechtes Ich: “Ich bin der elende Arbeiter, der mit geduldigen Händen und met sehnsüchtigen Blick die Tage erst zu Bildern formt und en Stoffen neue und ewige Gestalt verleiht. In meiner Einsamkeit lehne ich mich gegen diesen ruhelosen Narren auf!”

Siebentes Ich: “Wie seltsam, daß ihr euch gegen diesen Mann auflehnt, hat doch jedes van euch eine bestimmte Ausgabe. Ach hätte ich doch, wie ihr, auch eine bestimmung! Aber ich habe keine. Ich kauere im Dunkel, ohne Raum und Zeit, und tue nichts, während ihr eifriges neuwes Leben erschafft. Bin ich es, der sich zu beklagen hat, oder seis ihr es, Nachbarn?!

Nachdem das siebente Ich so gesprochen hatte, sahen die anderen sechs es mitleidig an und schwiegen – und als die nacht fortschritt, schliefen sie eines nach dem anderen ein, froh, eine neue Aufghabe zu haben.

Sas siebente Ich blieb wach und blickte weiter in das Nichts, das hinter allen Dingen ist.

 

Deze tekst is afgedrukt op een merkwaardig gevormd stukje papier.Gevouwen en geplakt. En waarschijnlijk met Steef al vele honderden kilometers samen op pad.

Handgeschreven staat vermeld:

Du machtst soviel möglich, zweifle nicht wenn Dir etwas scheinbar nicht gelingt.

 

Die Geschichte von meinen Sieben Ich.

 

Dein Stephan (zijn “zondagse” naam) Pilger. (en dat zal wel zijn ware naam niet zijn vrees ik).

Als adres geeft hij een c/o adres op in Münster. Ik stuurde hem later enkele foto’s van zijn verjaardag in Conques. Geen bericht terug; hij is ongetwijfeld onderweg.

 

De internet zoekmachines helpen mij deze keer aanvankelijk niet verder. Hoewel: Coenraad van Houten
Erwachsenenbildung als Schicksalspraxis.
Grundlagen für zeitgemäßes Lernen

erschienen Oktober 1998

 

In deel 3 : 1.Shirley Routledge: Die menschliche Begegnung.
Die notwendigen sieben Ich-Aktivitäten. 181
Die sieben Ich-Aktivitäten. 182
Zusammenfassung. 186
2.A. H. Bos: Ein Modell dynamischer Urteilsbildung. 188

 

Veel wijzer word ik daar ook niet van.

 

En het navolgende zoekresultaat brengt ons waarschijnlijk verder van huis. “die sieben Sakramente, die sieben Wurzelsünden, die sieben Worte Jesu am Kreuz, die sieben Werke der Bamherzigkeit, die sieben Ich-bin-Worte Jesu. ...”

 

 

Hoewel: wat hiervan te denken?

Ergebnisse für Song "die sieben ich"

Album:

Artist:

Genre:

Jahr:

 

  Khalil Gibran (11 Tracks)

Khalil Gibran Höhen Der Narrheit

hörbuch

1995

 

Track 1: so wurde ich zum narren

 

Track 2: die sieben ich

     

Track 3: die schlafwandler

 

Track 4: die große sehnsucht

 

Track 5: mein freund

 

Track 6: narrheit

 

Track 7: die nacht und der narr

 

Track 8: besuch der weisheit

 

Track 9: die vollkommene welt

 

Track 10: die letzte wache

 

Track 11: schlußwort

 

 

Dus nu verder zoeken bij Kahlil Gibran. Het eerste zoekresultaat duidt ook weer op een nummer op een CD. Verder zijn ze daar zo vriendelijk een gesponsorde link op te nemen, die erg van toepassing is.

 

Ihr Buch schreiben
Sie haben ein Buch im Kopf? Lernen Sie, wie Sie es schreiben können!
www.buch-schreiben.de

 

Een cursus schrijven van 36 maanden!!! Dat schiet dus ook niet echt op. Voorlopig houd ik het maar op dat Kahlil Gibran deze tekst hoogstpersoonlijk onder de aandacht van Steef en nu dus van u en mij heeft willen brengen.

Maar in 2000 was ik nog niet zo in de weer met internet en vond het dus gewoonweg een intrigerende tekst én een ultiem teken van vriendschap dat hij deze tekst aan mij gaf. Steef zal er ongetwijfeld  geen verzameling van in zijn rugzak gehad hebben.


Lees verder als je zin hebt
of
ga terug naar de vorige pagina