"Het Boek"
Fragment 15
HERINNERING / MILJOENEN GEDACHTEN
Het materiaal dat ik gebruik bij dit scheppingsproces is uiteraard
allereerst die merkwaardige computer boven in mijn hoofd. Met zijn talloze
bestanden. Met een zoekprogramma dat het regelmatig laat afweten of dat
ongevraagd een vindplaats of antwoord geeft op een in het totaal niet
gestelde vraag en zoekopdracht. Mijn hersenen doen mij direct denken aan een
gedicht van, ja van wie? Kom op daarboven, doe je best eens.....
Nederlander, woonde al jaren in Amerika, iets bèta -achtigs van beroep.
Jaren 60. Eens even kijken of Google wil helpen. Niet direct, Wikipedia
geeft alle Nederlandse dichters, beetje veel. Mijn brein zegt: P.C.
Hooftprijs. En jawel: Lucebert. Ho, ho, niet te snel want verder
internettend onder de zoekterm Lucebert klopt er weinig tot niets van. Dus
geen Lucebert. Wie dan wel? Hou mij ten goede dat ik er later op terugkom.
Anders schiet het niet op.
Mijn hersenen dus ofwel mijn herinneringen. En met dit woord
“herinnering” kom ik vanzelf op A LA RECHERCHE DU TEMPS PERDU van Marcel
Proust, maar nog niet op de gezochte dichter. Marcel Proust is erg bekend
geworden door het omschrijven van de herinneringen die het dopen van een
koekje, genaamd Madeleine, bij hem oproepen. Hij heeft daar toch al gauw een
pagina of twintig voor nodig.
Nog een voorbeeld van een schrijver die het niet kort kan houden: "Le Père
Goriot est un roman d'Honoré de Balzac, écrit en 1834, dont la publication
débute dans la Revue de Paris et qui paraît en 1835 en librairie". De eerste
twintig pagina’s zijn gewijd aan de woonsituatie van de hoofdfiguur. Mijn
Oostendse vriend vond dit zwaar overdreven. Hij had daarvoor wel een
alternatief, te weten: Père Goriot woonde sinds de laatste jaren van zijn
leven op kamers bij mevrouw Pieterse in het centrum van Parijs. Punt gedaan.
Aangezien de hoofdfiguur in het boek ook nog sterft vond mijn vriend het
onzinnig ook nog het adres te vermelden.
Op dezelfde bondige wijze beëindigde hij trouwens ook onze relatie. “Punt
gedaan”. Per e-mail.
Ik zal bij mijn schrijven proberen de gulden middenweg te bewandelen.
Verder staan mij mijn dagboeken te beschikking en honderden brieven die mijn
moeder mij wekelijks schreef in de jaren dat ik op kostscholen zat. Brieven
van vrienden en kennissen. Met in de jaren 60 zinnen als: ik kom aanstaande
zaterdag met de trein van 15.15 uur aan op het station en blijf bij tot
zondagavond. Hoe zo telefoon? Geen sms-je, geen mailtje.
Later, zo ongeveer rond 2000, gaat de e-mailuitwisseling een belangrijke rol
spelen.
Tijdens mijn tochten in 1999 en 2000 waren het brieven die ik –op
luchtpostpapier- schreef en op mijn verzoek bewaard zijn. De aantekeningen
in een klein dagboekje over het weer, aangedane plaatsen, aantal kilometers
en het al dan niet masturberen.
Foto’s en tenslotte het met familie, kinderen en vrienden uitwisselen van
herinneringen in de trant van “weet je nog wel, oudje?”.
Met name in depressieve periodes schreef ik veel in mijn dagboeken. Mijn
eerste bewaard gebleven dagboek stamt overigens uit de tijd dat ik net naar
het groot seminarie ging, 18 jaar oud was en nog zo groen als gras.
Een paar daagjes depressie?
donderdag 3 november 2005, 8:36 u
Al weer uren wakker en al weer talloze sigaretten gerookt.
Dinsdag en gisteren was Geert hier.
Ik heb een beetje geholpen, maar was voornamelijk ziek. Dinsdagmiddag kon ik
bij Ineke Los terecht. Gehuild over de stress in mijn lijf waardoor ik geen
moment meer tot rust kom. Ze heeft me beloofd naar Dieleman (psychiater) te
bellen. Ik heb zelf ook zijn secretaresse aan de lijn gehad.
Kan woensdagmiddag terugbellen.
Dinsdagavond van armoede naar de sauna. Ik heb het daar nog enkele uren
volgehouden, zodat ik niet zo vroeg in mijn bed lag.
Woensdag hopeloze dag. Kom de dag niet door totdat ik van de secretaresse
van Dieleman hoor dat ik vandaag om half een even bij hem terecht kan.
’s Avonds om 8 uur naar de film; heb het daar drie kwartier uitgehouden.
Heel mijn lijf was verstard.
M, C, J nog aan de lijn gehad en ook Chr. Js zegt : aan de antidepressiva en
er nooit meer mee stoppen. Chr vindt dat ik veel dichter bij mijn verdriet
ben gekomen. Heeft me nog gewezen op de medicatie van Ea.
Nu de ochtend nog door; nog niet gedoucht. Alleen maar gerookt en koffie
gedronken (1 cafeïne vrij)…..
Ik heb nu voor vanmiddag de afspraak voor de sportschool: de intake….
Voor morgenmiddag Roosendaal en dan door naar Chr….. Ik weet het niet meer.
2:55 u. Terug van Dieleman en aan de antidepressiva….. Dezelfde die Jan een
aantal weken geleden al had voorgeschreven.
Afspraken afgezegd en nu naar Nijmegen.
maandag 7 november 2005, 21:48 u.
Hoogste tijd om te gaan slapen. Mijn hele lijf zit moervast. Was een aantal
dagen bij Chr Dubbel. M uitgebreid aan de lijn gehad.
Verder me nog gebogen over geld….
Zou alles wel willen verkopen en terug naar af……
Heb zin in borrel, maar dat is slecht…… (dinsdag 8 november 2005: dus
niet gedaan)…..
Uw verteller heeft dus wel het een en ander aan eigen materiaal ter
beschikking. En vreest niet: er zijn ook nog vele boeken, losse artikelen en
natuurlijk internet waar hij gebruik van maakt. Waar mogelijk zal hij u
melden dat er sprake is van citaten van derden want hij houdt absoluut niet
van plagiaat, maar zijn hersenen maken soms zulke vreemde sprongen dat hij
er niet zeker van is of hij een oorspronkelijke gedachte neerschrijft of dat
die allang door een ander –minder of meer briljant – te berde is gebracht.
Een laatste opmerking bij dit boek. Vele mensen zullen ter sprake worden
gebracht. Omwille van de privacy heb ik hun namen gewijzigd. Ik heb geen zin
in eindeloze, kostbare processen. Maar voor de rest heb ik geen woord
gelogen. Ieder kan zich dus gemakkelijk herkennen in hetgeen beschreven
wordt. Toch berust elke overeenkomst met bestaande personen louter en alleen
op toeval. (Is dit goed genoeg geformuleerd, meneer de uitgever, om claims
bij voorbaat te kunnen afwijzen?)
Nu zijn we, u en ik, klaar voor de start Als u tot hier al bent blijven
lezen dat komt het met de rest ook wel goed en kan ik u dus veel leesplezier
wensen. .
De dichter komt er nog steeds niet uit. Soms flitst er iets in mijn hoofd en
lijk ik het “beet” te hebben maar voordat zich een woord gevormd heeft is
het al weer weg. Wie het niet is is duidelijker in het brein aanwezig. Ik
kan in geval van nood ook altijd nog even bij mijn vriend Goof om de hoek
langs lopen. Zijn geheugen lijkt zelfs geen zoekprogramma nodig te hebben,
dit ondanks een dagelijks gebruik van noemenswaardige hoeveelheden alcohol.
Maar hij werkte niet voor niets tot voor kort als bibliothecaris.
Ik heb hem, toch met dank aan Google. Als zoekterm heb ik zojuist, want het
zit me dan toch dwars, ingevuld: Nederlands gedicht over hersenen. En jawel:
Leo Vroman, geboren 1915 in Gouda. bioloog, woont sinds 1947 in de Verenigde
Staten, kreeg in 1964 de P.C. Hooftprijs.
En nu nog het gedicht zien te vinden. Het was ten tijde van mijn middelbare
schooltijd opgenomen in een bloemlezing van Gerard Knuvelder, deel 2.
Volgens mij was het onderstaand gedicht (mocht het toch een ander zijn dan
kom ik daarop wel terug).
gedicht (nr. 2566):
BIOLOGIE VOOR DE JEUGD
Hoofdhaar is een knolgewas.
Jij hebt knolletjes in je huid,
Taai en herfstachtig gras
komt daar geregeld uit.
En ieder knolletje is een knoest
van o wel duizend cellen.
Studeerde je histologie
dan moest je die allemaal tellen.
Ik echter zeg alleen maar dit:
dat onder haar en schedelbeen
een buidel hersencellen zit,
en dat daarvan één cel alleen
wel duizend gedachten wekt.
(Dit vriend zij u ten teken
dat een en ander wel eens lekt;
wij spreken dan van Spreken.)
Eén haartje uit je wonderhoofd
gerukt, ware zij uit je brein ontsproten,
zou je dus van een knol ter grootte
van een miljoen gedachten
hebben ontroofd;
en kon ik je zachte hersenen strelen
zoals ik nu je kruintje strijk,
dan stond wat je nu voelde gelijk
aan tien biljoen tafrelen.
Ontstelt u dus zulk vergezicht,
houdt dan uw schedeldoosje dicht.
-----------------------------------
Uit: 'Gedichten 1946-1984', 1985
U ziet het, lezer hersenen en dus ook de mijne bevatten miljoenen gedachten
dus houdt uw hart maar vast. Ik heb het echt niet verzonnen. En ik heb nog
een ontzagwekkende hoeveelheid haar op mijn hoofd.
Ergens bekruipt mij het gevoel dat dit toch een ander gedicht is. Wacht maar
even dan zoek ik nog even door. Volgens mij ging het over draadjes en weke
delen.... Ik kom er wel achter, laat dat maar gerust aan mij over. Ik moet
er ook niet te lang naar zoeken anders schrijf ik geen woord meer in dit
boek en ga ik gedichten van Vroman lezen, eindeloos gedichten lezen.
Wil je verder lezen
of
terug naar vorige bladzijde
Copyright By Hansvermaat.nl
2006-2009. All Rights Reserved.
Hans Vermaat "The Travellers" Website.