Verslag tocht 1999

 

 

 

DAGBOEKFRAGMENTEN.

In "Het Boek" zijn ook een aantal indrukken van deze tocht beschreven. Minder feitelijk dan hier, maar zeker ook sfeerbepalend.Al te persoonlijke dingen heb ik er zo veel mogelijk uitgelaten.

 

Montbonnet, 11 mei 1999.

Eerste indrukken.

Maandag 10 mei, 10.18 u hoofdstation Groningen. T, kids, Egbert. Zondagavond met W bij T gegeten.

Reis ontspannend. Antwerpen: Joodse gemeenschap. Brussel Zuid: onweer. Gestrest kaartjes gekocht in St. Etienne. In verband met een staking met de bus naar Le Puy. 24.00 u aangekomen. Lift naar camping. Soep gemaakt. Laat in slaap. Jeugdzorg droom. W. gemist.

Maandag 11/5. Opgestaan om 07.30 uur. Rustig aan. Om 09.00 u in centrum. Kathedraal. Stempel. Koffie, Comtékaas. Dan: en route. Wisselend bewolkt, maar warm.  Valt niet mee. Prachtige route. Bon pelerinage, bonne route, bonne journée. Mensen vriendelijk. Lang gerust, beetje in slaap gevallen. Rond 6 uur hier, gite. Leuke sfeer. Goedkoop. 30 FF. Contact met Tonnie/ Hennie. In dorp wat gegeten. Gedoucht. Om 3 uur W gebeld. Hij heeft een brief geschreven. Hij houdt van mij. Ik een beetje van hem.
 

 

 

 

 

16 mei.

Vanmorgen afscheid genomen van Reto en Nicole. Koffie en croissants. Beiden gekust. Mooi weer. Etienne, Pierre en Rob maken vandaag een lange route. Om kwart voor elf op stap voor 17 kilometer (een fluitje van een cent – hoewel...)

Eerst over de weilanden; om 1 uur daar heerlijk in de zon gelegen.  Bijna geen mens gezien. (Al met al 6 of 8 uur onderweg). Gerust in de heerlijke zon, midden in de natuur. Vandaag mijn trouwdag. Aubrac, prachtig gelegen. Ineens in zicht over een muurtje. Grote toren, oude simpele kerk. Abelard is hier de oprichter van. (Dit blijkt achteraf niet het geval te zijn; een kwestie van wishfull thinking. Een jaar later zal ik de briefwisseling tussen Abelard en Heloise lezen; wist ik toen nog niet!)
 

Zin om Middeleeuwse geschiedenis te studeren. (Het is Romaanse talen en Culturen geworden, maar met een zekere specialisatie in de Middeleeuwen).

Om vijf uur aangekomen. De leider van de wandelgroep (die al een aantal dagen om mij heen cirkelde) was op weg naar de gite-beheerder. Volle bak, dus kon ik gebruik maken van een matras beneden in de grote zaal. Perfect: Douche, WC, kookplaatje. Wat wil je nog meer.

Op het pleintje twee biertjes gedronken. Gebeld met J/ T. en W, die vol was van zijn mini-festival.

Vanmorgen een brief aan hem op de post gedaan. Bijna naar het restaurant waar de groep ook ging eten. Toch maar niet gedaan. Brood, heerlijke droge worst, kaas soep en koffie. Prima. Morgen naar Espalion (22 kilometer). Ook wel heerlijk om alleen te zijn. Net tafeltje om te schrijven.
 


18 mei.

Dinsdag. Ik loop 18 kilometer achter op het schema. Foei! Ik ben nu in Estaing  en logeer vannacht in de Hospitalité St. Jacques. Boeiend! Gisteren zou ik naar Espalion. Zeer, zeer slecht geslapen en om half acht met bewolkte hemel uit St. Chely d’Aubrac vertrokken. Omgeving zoals bij Yvonne en Michel (aan de Tarn).  Na ongeveer 1 uur begon het te regenen; eerst miezer, daarna erger. Het hield die dag niet meer op. Rond 12 uur, toen het verdomde dorp St. Come d’Olt maar niet wilde naderen werd ik ingehaald door een gedeelte van “de groep”. Onder de paraplu gingen ze verder. Ik heb ze bijgehouden. Het bleef maar duren. Sokken werden nat, pet nat, mouwen nat. In St. Come  doken mijn reismakkers het restaurant in voor het dejeuner. (circa 25 gulden). Ik kocht sigaretten, rookte er drie achter elkaar en dronk koffie. In Espalion is een camping of een hotel, geen gite. Ik zag me echt geen zes kilometer meer verder ploeteren en dan doornat en koud de tent in. In St. Come zocht ik rond twee uur de gite, midden in het dorp. Toen ik er binnen kwam in een heel oud Frans huis brandde het houtvuur !!!!

ik installeerde me en hing e.e.a. te drogen. In de loop van de middag kwamen er talloze verregende wandelaars binnengedruppeld. Geen bank, geen kruidenier, geen bakker open. En geen geld meer. Gelift naar Espalion (met de auto ben je er zo). Geld uit de muur getrokken en met moeite iets te eten kunnen kopen (op maandag is veel dicht). Koffie gedronken en weer teruggelift. Redelijk smakelijk eten gekookt. Heel vroeg ( negen uur) naar bed en geslapen als een roos.

Om zes uur op, ontbijt, bestaande uit harde keks, kaas en thee) en om 06.30 uur met stralend weer  de deur uit. (Weersvoorspelling tot donderdag was zeer slecht). Het duurde veel langer dan verwacht voordat ik in Espalion was. Bijna was ik de Eglise de Perse voorbijgelopen. Prachtig, roze steen, timpaan over hemel/hel en Pinksteren.


 

Van binnen ruim en leeg. De leider van de groep was er ook weer. Hij legde me een en ander uit en daarna was het afscheid voorgoed want voor hen was het “fini”. Espalion in, fruit gekocht, brood en worst. Twee koppen koffie, croissant en kaart naar Ruth gestuurd. Op naar Saint Pierre de Bessuéjouls.Zo mooi. Op de eerste etage een oude kerk. Twee fietsende Duitsers de rest van mijn aardbeien gegeven. Toen rond 1 uur naar Estaing. Eerst om 5 uur daar aangekomen. Ik loop langzaam. Het irriteert me. Moe. In de St. Pierre de Guide Spirituel des Pelerins gekocht. Affiche van Hospitalité St. Jac. Opgezocht en hartelijk ontvangen. Rondgeleid. Kaarten naar W, Zangzaad en familie. Gedoucht. Ik eet hier mee; mijn was wordt gedaan. Vanavond 21.30 u completen. Typisch Frans. Groot sfeervol huis. .

 

Wil je verder lezen?

 

 

15 mei 1999. Nasbinals. Gite.

Camping nog gesloten. Moe maar voldaan. Ik ben nog op schema, maar daarvoor heb ik best moeten afzien. Toen ik in Le Puy vanaf de camping omhoog liep naar de kathedraal met zijn 150 treden omhoog dacht ik: waar ben ik aan begonnen? Conditie nihil. Lezen en plannen op papier is niet zo moeilijk. De eerste dag was qua omgeving prachtig (het dal van de Gazelle.) maar bij de middagrust viel ik met sigaret en al in slaap. Die 15 kilometer was meer dan genoeg. De ontmoeting met Hennie / Tonnie was goed voor mijn courage.

Onderweg wensen veel mensen je bon courage, bonne route, bonne journée. Saint Jacques is een toverwoord.

Woensdag 12 mei werd het heftig, want na Monistrol is de “la montrée tres rude” (gids pag 29; van 619 meter naar 1022). Dankzij Reto en Nicole, twee Zwitsers die ik onderweg – al zoekend naar de juiste afslag – had ontmoet, ben ik na Monistrol (overigens een lelijk dorp) om twee uur toch verder gegaan, na eerst tot drie uur een middagpauze gehouden te hebben. Me omhoog trekkend langs een ijzeren hek!!

Weet U nog wat er in het mooie tekenboek stond? . « En quittant la route, petit chemin caillouteux, pentu, trës pentu....De la main gauche nous prenons appui sur le baton tandis que de la droite nous nous agrippons à la main courante en fer scellée dans la parois basaltique.......Une heure plus tard nous avons parcouru 1 km pour arriver a ESCLUZELS »

U ziet het : ook jaren daarna is de situatie aldaar niet geëgaliseerd.

Ik vervolg: Op het eind na Montoure liep ik toch nog verkeerd en kwam om half negen in Saugues op mijn tandvlees, waar Reto en Nicole smakelijk zaten te eten. Toen nog een camping zoeken. Plus loin, plus droite...... Uiteindelijk een camping-stade; geheel leeg, geen water, geen wc’s. Niets behalve gras. Mijn tent opgezet en vies en al mijn slaapzak in.

De andere dag wachtte mij 31,5 kilometer. S’ Nachts veel wakker geweest. Om 7 uur s’morgens de stad in....slaapdronken. Brood en koffie in de bar. Sigaretten en toch maar weer op pad.

Overigens: de dag ervoor Rochegude, prachtig. Oud kerkje boven op een rots. Dat was wel genieten.

Na zeven kilometer voorbij Saugues La Clause. Toren op basaltblokken. Daar koffie gemaakt. Mooi weer. En weer verder. Langs Domaine de Sauvage. Daar niet in geweest (dus zo een afkorting). Vers water bij Chapelle Saint Roche (weer behoorlijk moe). Door naar Saint Alban, waar ik om negen uur s’avonds aankom. Psychiatrische inrichting. Prachtige rode stenen. Ik was inmiddels zo moe dat ik daar ter plekke wel opgenomen wilde worden. Camping nog twee kilometer buiten dorp. Nog net op tijd om te betalen. S’Nachts overwogen om de andere dag te rusten of te lopen zonder volledige bepakking. Gelukkig wachten mij maar 14 kilometer, maar er is geen camping.

S’Morgens met de campingeigenaar mee gereden naar het dorp. Veiligheidsspelden gekocht in verband met kapotte rugzak. Koffie, broodje en een “tampon” bij de VVV. Weer verzoend met het leven. Om kwart voor twaalf toch weer en route. Met een Engelstalige Zuid- Afrikaan uitvoerig gesproken over “stoppen met roken”. Enkele uren later mijn sigaretten weggegooid en wie komen daar aan? Reto en Nicole.  Samen opgelopen naar Aumont-Aubrac. Daar Pierre ontmoet, die Reto en Nicole kende. Hij vertelde dat je gratis kon slapen in de parochiezaal St. Etienne. Rob was daar ook. Hem had ik reeds kort ontmoet op weg naar Saugues. We besloten met zijn allen samen te eten. Wunderbar! Laat (half twaalf) naar bed. Met veel wijn.De non die nog even om de hoek kwam kijken had zich iets anders van ons voorgesteld.  Redelijk geslapen. S’Morgens om half acht weer op pad (15/05) naar Nasbinals.

Prachtig, Aubrac. Montes d’ Aubrac. Wild, woest, verlaten, stil !!! Nog in het prikkeldraad gevallen. Rob en Etienne (Belg uit de buurt van Knokke)passeerden mij om 10.00 uur. Op zich ging het lopen van 26,5 kilometer beter (hoewel ik nu wel moe ben). S’Avonds in Nasbinals elkaar weer allemaal gezien. Camping nog dicht. Dus gite. Met Etienne, Rob, Pierre, Reto en Nicole weer samen gegeten én gedronken. Nu doodmoe.

 Dochters  J. en J. gesproken.

W. heeft nu een mini-festival. Heb hem enkele keren gebeld. Hij volgt mijn reis met het schema. Een dezer dagen maar eens een brief schrijven.

Indrukken: prachtige natuur, stilte. Contacten. Wonderbaarlijke beleving
 


.